Sluit menu

Nieuws

Directeur Edwin van Schajik: ‘Bezoek aan Van Nelle Fabriek moet speciale ervaring zijn’

‘Op de dag dat we naar ons mogelijk toekomstige vastgoed gingen kijken, zag het er heel verdrietig uit’, vertelt Edwin van Schajik. Het Rotterdams iconische en industrieel monument, de Van Nelle Fabriek, was gekweld door afgebladderde verf en verouderde installaties. ‘En dat het regende hielp ook niet mee. Toch kijk je daar snel doorheen en weet je dat het een fantastische locatie is waar je iets prachtigs kunt neerzetten.’ (meer…)

Lees verder

Dennis Houkes; nieuwe ondernemersmanager Spaanse Polder: ‘Ik ben een bruggenbouwer’

Sinds mei hebben de onder-nemers in het grootste aaneengesloten industrieterrein van Europa een vertegenwoordiger. Deze ondernemersmanager gaat het overleg met de gemeenten Rotterdam en Schiedam namens de ondernemers leiden. (meer…)

Lees verder

Bedrijvenraad in oprichting

Een gebiedscommissie is een typisch Rotterdams fenomeen. In twaalf Rotterdamse stadsdelen kiezen inwoners vertegenwoordigers van dat stadsdeel. Die vertegenwoordiging adviseert het stadsbestuur gevraagd en ongevraagd over alle onderwerpen die voor dat gebied van belang zijn. ‘Een ideale constructie die ook in de Spaanse Polder goed kan werken’, vindt Pieter van Egmond, voorzitter van het Rotterdams Ondernemersbelang (ROB).   De gemeente Rotterdam heeft het initiatief voor de oprichting van een soort gebiedscommissie voor de Spaanse Polder, in de vorm van een bedrijvenraad, inmiddels omarmd. ‘Op het moment is er veel aandacht voor het industrieterrein en kan de stadsmarinier gemakkelijk zaken regelen. Maar we moeten er als ondernemers voor zorgen dat de Spaanse Polder een stem behoudt, dat de belangen van het bedrijventerrein op de agenda komen, dat er politieke invloed wordt uitgeoefend en dat er budget beschikbaar blijft. Voor het stads-bestuur zijn wij natuurlijk de ogen en oren van het industriegebied.’ Wensen Dennis Houkes, de onlangs aangestelde ondernemersmanager, krijgt daarbij een belangrijke rol toebedeeld. ‘Hij zal geen lid zijn van de bedrijvenraad, maar is wel onze spreekbuis die de wensen van de ondernemers  overbrengt naar de gemeenten.’ Bovenaan Van Egmonds wensenlijstje staat onder andere de erfpachtregeling. ‘Verder is het aantrekken van voldoende gekwalificeerd personeel voor bedrijven een van de belangrijkste uitdagingen in de toekomst. Maar zonder een gedegen openbaar vervoer zal dat heel moeilijk worden. Dus dat onderwerp staat ook hoog op de lijst.’ Hoe groot de raad wordt en wie erin plaats zullen nemen, wordt later bepaald. Van Egmond verwacht dat de Bedrijvenraad op 1 januari 2020 operationeel is.  Reacties op REVA-conceptvisies Ondernemers hebben het afgelopen jaar op verschillende manieren en bij diverse gelegenheden hun inbreng geleverd voor een nieuwe ruimtelijk economische visie voor de bedrijventerreinen Spaanse Polder, ’s-Gravelandsepolder en Noord-West. De adviesbureaus Buck Consultancy en Perron 14 hebben een rapport opgesteld en aanbevelingen gedaan. De gemeenten Rotterdam en Schiedam hebben naar aanleiding hiervan hun conceptvisies geschreven.  Op dinsdag 18 juni hebben ondernemers daarop hun feedback gegeven. In de  volgende Afslag 12 gaan we hier nader op in.

Lees verder

Poldermodel: De Wijngoeroe

Lammert Wiegmink werkte zowat overal ter wereld als sommelier en wijninkoper. Hij was het verlengstuk van grote chefs in befaamde sterrenrestaurants als La Tour d\'Argent in Parijs, Steiereck in Wenen en Parkheuvel in Rotterdam. Hij zorgde voor de juiste wijn bij de gerechten van de meester. Een paar maanden geleden streek hij als De Wijngoeroe neer in Spaanse Polder. Bedrijf: De Wijngoeroe Adres: Schuttevaerweg 23 Werkzaamheden: In- en verkoop van wijn, culinair advies Medewerkers: Drie vaste krachten en twee part-time chauffeurs Website: www.dewijngoeroe.nl Waar komt de liefde voor wijn vandaan? Die is ingegoten door meneer Gispen, leraar drankenkennis op de Middelbare Hotelschool in Zwolle. Hij liet me wijnen proeven en vertelde daar zo indrukwekkend over. Daar wilde ik absoluut in verder. Ik vind het altijd nog onvoorstelbaar dat een gewoon landbouwproduct - een druif - zoiets fenomenaals als wijn kan voortbrengen. Magisch. Wat is je missie? Ik zoek de wijnen bij kleine wijnboeren die met respect voor de natuur produceren. Sommige van die wijnhuizen gaan tien generaties terug. Die kennis en passie proef je terug. Zij produceren vaak betaalbare wijnen die zich absoluut kunnen meten met de klassieke toppers. Die wijnen wil ik aan een breder publiek presenteren. Goede wijn… Daar word je emotioneel van. Je krijg kippenvel of tranen in je ogen - van geluk dan. Als je hier komt proeven, wil ik dat je je zintuigen activeert. Wees scherp, alert op wat er met je gebeurt. Ik probeer zo nauwkeurig mogelijk jouw individuele smaak te bepalen. Van veel klanten weet ik dat inmiddels, en daar koop ik ook op in. Ik zal ook altijd vragen wat je met de wijn van plan bent. Is het voor een borrel? Voor een etentje? Wat eet je dan? Tonijn? Hoe ga je die tonijn klaarmaken? Met welke kruiden? Dan weet ik welke wijn er het beste bij past. Waarom koos je voor Spaanse Polder? We wisten al geruime tijd dat we uit ons pand in Katendrecht moesten. Ter oriëntatie heb ik alle industrieterreinen in de omtrek gezien. Vooral de locatie - vlakbij de uitvalswegen - en het vele verkeer dat dagelijks langs mijn bedrijf rijdt, gaven de doorslag. Mijn vader zei altijd… ‘Was toch profvoetballer geworden!’ (Wiegmink speelde twee seizoenen in de betaalde jeugd van SC Heerenveen; red). Later heeft hij zich met mijn keuze verzoend hoor. Heb je tips voor beginnende ondernemers? Koop eerst een rekenmachine. En vraag na hoe het in een bepaalde branche werkt. Als je bedrijf groeit, betekent dat dat je winst in je nieuwe voorraad gaat zitten. Dus: blijf nuchter, koop niet meteen een Ferrari.

Lees verder

Op safari in de polder

Kunstenaar Paul Visser werkt al decennialang aan beelden, gemaakt van afval en gevonden materialen die opduiken rond z’n atelier in de Spaanse Polder. Het industriegebied is voor hem een constante inspiratiebron. Beelden van zijn laatste kunstproject ‘De Big Five van de Spaanse Polder’ waren het afgelopen jaar afwisselend te zien bij twintig bedrijven op het industriegebied. ‘De Spaanse Polder is best te vergelijken met de Serengeti’, vindt Paul. ‘Beide landschappen hebben een grote diversiteit. Bovendien zijn hun “bewoners” van uiteenlopend pluimage en beschikken ze over een parkwachter (stadsmarinier) die illegale praktijken opspoort. Fantasiebeesten Wie op safari gaat heeft als doel de Big Five te zien: de leeuw, de buffel, de luipaard, de neushoorn en de olifant. Daarom maakte Paul vijf fantasiebeesten die je het afgelopen jaar in de Polder kon schieten. Met een camera wel te verstaan. ‘De vijf beelden van beton en gerecyclede materialen heb ik bij twintig bedrijven neergezet. De dieren zijn metaforen voor mensen die in de Spaanse Polder werken. Daarom kun je de Big Five ook nog eens opvatten als vijf karaktereigenschappen: extraversie, servicegerichtheid, zorgvuldigheid, emotionele stabiliteit en openheid.’ Rondleiding Paul kreeg veel positieve reacties. ‘Bij veel ondernemers kreeg ik spontaan een rondleiding. Heel verrassend wat er allemaal in de polder wordt gemaakt en verhandeld. De beelden zette ik in de receptieruimte of op een plek waar ze goed tot hun recht kwamen. Ik dacht dat er wel een en ander zou sneuvelen, maar gelukkig had iedereen blijkbaar veel respect voor de kunstwerken, want ze zijn allemaal heel gebleven. Ze staan nu weer op stal.’ Lachgas Naast gips en beton is afval het basismateriaal waar Paul mee werkt. Dat basismateriaal is in de loop der jaren wel veranderd, vindt hij. ‘Waren het vroeger veel pallets en sinaasappelkistjes, nu zijn het vooral reflectoren en lachgaspatronen die ik vind en verwerk.’ Het primaire doel van de kunstenaar is niet om de beelden te verkopen. ‘Het gaat mij meer om de ervaring en om het contact met de ondernemers. Of het kunst is? Vind ik niet zo van belang. Ik wil met de beelden reflecteren op onze eigen jungle en wellicht helpen ze een beetje om hierin te overleven.’ Paul hoopt dat zijn geteste concept ook een mooie kunstroute in de Polder oplevert waar bedrijf en kunst baat bij hebben. Een nieuw project over de Spaanse Polder staat inmiddels op stapel. Eerder werk van Paul Visser, verschenen in boekvorm: Ode aan de Spaanse Polder over cultuur, natuur en techniek. (2015) CarnaFval een feestelijk uitgedoste optocht van bedrijfsuniformen en -wagens langs de hoofdas van het gebied, de Industrieweg. (2017)

Lees verder

Slim nadenken + toeval = innovatie

Sinds 1952 verkoopt en bewerkt Polyplastic acrylaatplaten tot verschillende eindproducten. Tot voor kort ging het vooral om dubbelwandige isolatievensters voor caravans en campers. Maar onlangs opende het bedrijf een nieuwe productielijn: isolerende deuren voor koelmeubelen in supermarkten. Een veelbelovende innovatie. We vragen directeur-eigenaar Peter Jan Veeneman hoe innoveren in zijn werk gaat. ‘Stilstand is achteruitgang’, vindt Veeneman. ‘Dat mag dan een enorm cliché zijn, innoveren is gemakkelijker gezegd dan gedaan. ‘Je kunt niet bij elkaar gaan zitten en zeggen: nu gaan we innoveren. Je moet openstaan voor verandering en dan de juiste combinatie maken. Vaak gebeurt dat dankzij een toevallige gebeurtenis.’ Spitfire Veeneman geeft een praktijkvoorbeeld: ‘Mijn vader was vijftien toen de oorlog voorbij was. Hij was gek op Spitfires en vond het fascinerend dat de gebogen plexiglas-cabineramen niet knapten bij een kogelinslag. Het materiaal was licht, doorzichtig, sterk en toch buigbaar. In 1952 zegde hij zijn goede baan bij Unilever op om de mogelijkheden van kunststofglas toe te passen. Hij startte met een vriend een handelsonderneming. Later bouwde hij een werkplaats en maakte een aantal jaren plexiglas-cabineruiten voor tractoren. Toen zag hij op een tractorbeurs een caravan – waarin mensen koffie dronken en contracten tekenden – met een kapot raam. Mijn vader bood aan het te maken, met plexiglas. De rest is geschiedenis. Polyplastic is nu Europees marktleider; zeventig procent van de caravans en campers in Europa rijdt rond met onze dubbelwandige vensters.’ Het verhaal illustreert hoe innovaties tot stand komen: ‘Je zit op een spoor, maar dankzij het toeval zie je een nieuwe kansrijke combinatie.’ Vertaalslag ‘Hetzelfde gebeurde bij de ontwikkeling van onze nieuwe productielijn voor koeldeuren’, vervolgt Veeneman. ‘We wilden aansluiten bij maatschappelijke trends op het gebied van duurzaamheid en energiereductie. Maar hoe maak je dan de vertaalslag naar je business? We vroegen ons af: maken we vensters of dichten we ruimtes af? Die laatste optie bood mogelijkheden. Kort daarna raakte ik in gesprek met iemand die supermarkten adviseert over energiebesparing. De winst was volgens hem vooral te behalen in de koelvitrines. Bingo! Daar was die toevallige factor die we nodig hadden. Vandaar onze nieuwe productielijn voor koeldeuren voor supermarkten; een segment dat razendsnel groeit.’ Opgeven of doorzetten Na het idee komt de volgende fase. Die van marktonderzoek en het ontwikkelen van een businessmodel. Veeneman: ‘We ontdekten dat de Zuid-Europese markt het meest lucratief zou zijn, vanwege de hoge energiekosten. Vervolgens klopten we aan bij de bouwers van koelvitrines, maar zij wilden hun product niet aanpassen. Kunststof was in hun ogen – vergeleken met het vertrouwde glas – een minderwaardige oplossing. Dan kun je twee dingen doen: opgeven of doorzetten. We kozen het laatste en benaderden de supermarkten rechtstreeks. Zij waren snel overtuigd en dwongen de bouwers om met onze DoubleCOOL doors te werken.’ Ingebouwde zonnecellen Polyplastic is ondanks de achterstand in taal, afstand en cultuur bezig de Zuid-Europese markt te veroveren. ‘Omdat we vanuit de klant denken’, zegt Veeneman. ‘De deuren hebben een unieke oplossing om de acrylaatplaten zonder frame bij elkaar te houden. Daardoor bieden we extra zicht op de producten. Verder geven onze deuren geen condens, lopen ze uiterst soepel, vallen ze vanzelf zachtjes en geruisloos dicht en hebben ze een nagelvriendelijke greep. Allemaal elementen die de verkoop stimuleren. Bovendien bieden we retrofit-pakketten waarmee we de deuren in bestaande koelvitrines vervangen door onze energiebesparende exemplaren. En onze internationale gasten nemen we mee naar Zegro, daar zijn onze producten ‘live’ te bewonderen.’ Polyplastic is constant bezig te ‘zoeken naar beter’, zoals Veeneman het uitdrukt. ‘Ik voel een innerlijke onrust als dingen nog niet helemaal kloppen. Het is onze passie om de verwachting van de klant te overtreffen. Daarom zijn we alweer bezig met een volgende innovatie: acrylaatvensters met ingebouwde zonnecellen.’ Polyplastic bereidt zich voor op de toekomst. De productiehal – waar de acrylaatplaten worden gezaagd, gekromd, gelijmd, verhit, gefreesd en van een motief worden voorzien – wordt momenteel uitgebreid en vernieuwd. Ook het kantoorpersoneel krijgt nieuwe werkruimtes. ‘Er komt straks veel meer daglicht binnen en het geheel wordt transparanter.’ De opening van het vernieuwde pand staat gepland voor februari 2019.

Lees verder

Hogeschool Rotterdam en mkb werken samen ‘We kunnen veel aan elkaar hebben’

Ik wil duurzamer gaan produceren, maar hoe pak ik dat aan? Om mijn bedrijf toekomstbestendig te maken, moet ik digitaliseren. Waar begin ik? Bij Hogeschool Rotterdam staat een flink aantal studenten klaar die ondernemers met deze en allerlei andere vraagstukken kunnen helpen. ‘Ondernemers krijgen actuele bedrijfs­kundige en economische inzichten en hulp tegen lage kosten en onze studenten krijgen de gelegenheid om ervaring op te doen. Zo snijdt het mes aan twee kanten’, vertelt Arjen van Klink, programmadirecteur van Kenniscentrum Business Innovation van Hogeschool Rotterdam dat de samenwerking organiseert. Van Klink komt zelf uit het bedrijfsleven. Hij hield zich bij de Rabobank onder andere bezig met strategische vraagstukken, new business development, financiering en met het coachen van innovatieve start-ups. Sinds twee jaar is hij programmadirecteur van het kenniscentrum en zoekt hij nadrukkelijk de verbinding tussen het opleidingsinstituut en het bedrijfsleven. ‘Het hoger beroepsonderwijs en het midden- en kleinbedrijf hebben elkaar nodig om te innoveren, maar weten elkaar nog onvoldoende te vinden’, vindt hij. ‘Het kenniscentrum verbetert deze samenwerking, waarbij we ons richten op praktijkgericht onderzoek.’ Fieldlabs Vorig jaar heeft de hogeschool pilotprojecten rondom risicomanagement uitgevoerd samen met een aantal bedrijven in de Spaanse Polder. Ook hebben tien studenten van de opleiding Vastgoed & Makelaardij in een pressure cooker-setting naar vier nieuwe manieren gezocht om risico’s bij een vastgoedeigenaar in de Polder te managen. Hun vernieuwende aanpak konden zij direct testen bij een praktijkjury. De resultaten hebben geleid tot uitbreiding van het idee. Zo is ook het contact met Team Galatee ontstaan. ‘We hebben nu ongeveer 25 studenten beschikbaar voor opdrachten uit de Spaanse Polder. Dat zijn enerzijds studenten Bedrijfskunde die een afstudeerproject doen. Zij doen gedurende twintig weken twee dagen per week onderzoek bij een bedrijf. Anderzijds hebben we derdejaars studenten Commerciële Economie beschikbaar. Zij doen in teams van drie of vier studenten onderzoek bij één bedrijf en komen met praktische adviezen. Dan zijn er nog de minoren en fieldlabs, waarbij een team van drie of vier studenten vanuit verschillende opleidingen naar een probleem kijkt. Bijvoorbeeld naar de mogelijkheden om reststromen opnieuw te gebruiken. Daar zit een financieel, een bedrijfsmatig en een duurzaamheidsaspect aan. Door hun verschillende achtergrond komen ze tot creatieve en vernieuwende oplossingen. Zij zijn gedurende een half jaar enkele dagen per week inzetbaar.’ Felipe Pinto Xavier, bijna afgestudeerd student Bedrijfseconomie, deed vorig jaar zijn minor Risicomanagement. Hij deed een benchmarkonderzoek en bekeek de verschillen in kansen en bedreigingen bij groothandels in bouwmaterialen. De deelnemende bedrijven zagen – anoniem – hoe zij presteerden tegenover branchegenoten en waar verbeterpunten lagen. Hij kwam er onder meer achter dat de groothandels in bouwmaterialen in de Spaanse Polder achterlopen op het gebied van prefab-materialen, waardoor ze in de keten vaak worden overgeslagen. ‘Wat ik opmerkelijk vond? Voordat ik het gebied had bezocht, hoorde ik verhalen over criminele activiteiten. Ook op advies van de opdrachtgever moesten we tijdens de interviews, wegens de slechte naam van de buurt, met zijn tweeën aanwezig zijn. Toen ik in de polder liep, heb ik geen rare dingen gezien. Ook de ondernemers die ik interviewde konden me ook niets slechts over de buurt vertellen. Ze waren vooral lovend over de ligging en bereikbaarheid van het industrieterrein. Ik zou er graag aan de slag gaan want er zijn veel interessante mkb-ondernemingen.’ Praktijkgericht Onderzoek Bedrijfsmatiger denken en de taal van de ondernemer spreken, is een speerpunt van het kenniscentrum. ‘Dat lukt steeds beter’, zegt Van Klink. ‘Omdat veel vraagstukken van ondernemers zich niet tot een vakgebied beperken, pakken we een opgave bij voorkeur multidisciplinair aan. Dat kan ook omdat we veel verschillende studierichtingen hebben. Verder gaan we voor een praktische benadering. Bedrijven moeten de resultaten kunnen gebruiken. Daar ligt de focus, minder op een theoretische onderbouwing van een probleemstelling.’ Het streven is om tussen de vijftig en zeventig studenten per jaar in de polder in te zetten. ‘We kunnen veel aan elkaar hebben’, zegt Van Klink. ‘De bedrijven, de gemeente en de school. We moeten allemaal bewegen en dat willen we niet vanuit een ivoren toren. De inzichten die we hiermee verzamelen, leveren nieuwe kennis op die we toevoegen aan de leerstof en ook beschikbaar komt voor andere ondernemingen.’ Meer weten? Hogeschool Rotterdam biedt het mkb ondersteuning op de volgende thema’s: strategie, innovatie, business-model, soft controls, circulaire economie, digitalisering en risico­management. U kunt ook een uitgebreide ‘menukaart’ aanvragen via businessinnovation@hr.nl of via 010-7944441.

Lees verder

Meer ruimte schept nieuwe mogelijkheden

‘We hebben het niet echt nodig, maar het is wel handig om te hebben’. Zo motiveert Ton Verschuren, directeur SEW Eurodrive Rotterdam, de aankoop van een aanpalende kavel met daarop een oude stofzuigerfabriek in de Spaanse Polder. Hieronder legt hij uit waarom en verklapt hij het geheim waarom het bedrijf al jarenlang koploper in de branche is. ‘Hoe vaak komt het voor dat je achterbuurman vertrekt?’, stelt Verschuren de vraag. ‘Zouden we ooit iets willen ontwikkelen op een aangrenzend perceel of pand, dan moesten we op het juiste moment de knoop doorhakken. Die kans deed zich nu voor.’ Dat betekent dat het bedrijf nog wel even in de Spaanse Polder blijft? Zeker’, aldus Verschuren. ‘De ligging, nabij uitvalswegen, en de verbeteringen die we in het gebied zien, maken het een prima vestigingsplaats. Verder zie ik steeds meer dubieuze bedrijven vertrekken. Het is mooi als daar betrokken ondernemers voor terugkomen. Ik heb geen voorkeur voor grote of kleine bedrijven of voor een bepaalde branche. Diversiteit is goed voor het industriegebied.’ Wachten, zoeken, lopen SEW Eurodrive heeft vijftien fabrieken en 75 drive technology centers, verspreid over 47 landen en is wereldspeler op het gebied van aandrijftechniek. In de Spaanse Polder assembleert SEW Eurodrive jaarlijks ruim 45.000 motorreductoren, frequentieregelaars, tandwielkasten en andere aandrijftechnische eindproducten voor de Nederlandse markt. De assemblagehal is overzichtelijk ingericht met montage-eilanden en geavanceerde installaties. ‘We streven naar minimale verspilling van tijd en materiaal, waarbij we het wachten, lopen en zoeken zoveel mogelijk vermijden. Dankzij deze efficiënte indeling verhuren we nu ongeveer veertig procent van ons pand aan diverse bedrijven.’ Hergebruik Dus behoefte aan extra ruimte heeft de onderneming niet. Vandaar dat Verschuren besloot het nieuw aangekochte pand meteen te slopen. ‘Dat klinkt tegenstrijdig maar het bleek effectiever dan het op te knappen. Bovendien hebben we behoefte aan parkeerruimte, dus daar gaan we het in eerste instantie voor gebruiken.’ Het ingehuurde sloopbedrijf gaat zoveel mogelijk materialen hergebruiken. Na het verwijderen van het asbest, wordt het staal hergebruikt voor bevestiging van de zonnepanelen op het dak van het parkeerterrein en wordt het beton vergruisd en gebruikt voor de nieuwe fundering. Digitale tweeling Wat is het geheim van SEW Eurodrive? Hoe blijf je koploper in de branche? Verschuren noemt een paar factoren: ‘Allereerst moet je een kwalitatief goed product hebben en weten met welk probleem de klant worstelt.  Daar komt bij dat we veranderingen niet uit de weg gaan. Doorgaans worden onze aandrijvingen aan het eind van een productieproces ingezet, voor een verpakkingslijn of pas bij de belading. We leggen ons nu steeds vaker toe op machine automation. Dat betekent dat we eerder in het proces verschijnen en dus meer voor een klant kunnen betekenen. Andere trends zijn dat we vaker grotere tandwielkasten bouwen voor bruggen, sluizen en kranen en dat we innovatieve opdrachten uitvoeren. Bijvoorbeeld om zeecontainers machinaal te lossen. Soms werken we met cobots. Dat is een robotachtige assistent, die bijvoorbeeld een zwaar onderdeel vasthoudt, zodat de medewerker een complexe bewerking kan uitvoeren. Een ander nieuw fenomeen is de “digitale tweeling” van ons product. Het ontwerp en het maken van onze producten leveren data op, die we meesturen naar de klant. Hij kan deze digitale tweeling combineren met gegevens van zijn machine waar ons product in zit. Zo weet hij nog beter wanneer het product of onderdeel aan vervanging toe is. Dat voorkomt stilstand van zijn proces.’ Brein prikkelen Verder is het aantrekken en behouden van goede en betrokken mensen – en dus kennis en ervaring – essentieel. ‘Dat doen we door interessant werk te bieden en flexibele werktijden te hanteren. Bovendien mogen onze medewerkers op kosten van SEW opleidingen doen, ook niet werkgerelateerde cursussen. Als het brein zich maar blijft ontwikkelen. Het behouden van ons personeel lukt ons aardig. De gemiddelde contractduur is 23 jaar. Ik waarschuw nieuwkomers vaak: waarschijnlijk is SEW je laatste werkgever! Ook de aankoop van het nieuwe perceel prikkelt het brein, merkt Verschuren. ‘Er ontstaan allerlei ideeën over wat we allemaal met de extra ruimte kunnen doen.’

Lees verder

Schilderachtig

De donkerste plek in de Spaanse Polder kan wel een opknapbeurt gebruiken. Vandaar dat Team Galatee 7 in overleg met de ondernemersverenigingen OVSP en ROB het initiatief nam om het viaduct onder de A20 op te fleuren met een paar kunstwerken. Maar niet zomaar kunstwerken. Gebiedsnetwerker John Ringeling vertelt: ‘We hebben het team acht tekeningen voorgelegd van kunstenaars van Herenplaats, het Rotterdams centrum voor kunstenaars met een beperking. Uit deze acht tekeningen koos team Galatee er twee uit die bijzonder zijn in stijl en kleur. Twee graffiti-artiesten hebben deze tekeningen eind oktober in het groot en met verf aangebracht op de pilaren onder het viaduct.’ De gebiedsnetwerker heeft al veel positieve reacties gehad van publiek en bedrijven uit de buurt. Is hij niet bang dat eroverheen gekliederd wordt? ‘Nee, de locatie is voor amateurkladderaars niet interessant. Je bereikt er geen miljoenenpubliek mee en een gouden regel van graffiti-artiesten maar ook van kladderaars is dat zij elkaars werk respecteren.’

Lees verder

Zegro biedt jaarlijks zeventig leerlingen een stageplek

Het beste leerwerkbedrijf in Rotterdam? Dat is Zegro in de Spaanse Polder. En de beste praktijkopleider van 2018 in de sector Transport & Logistiek? Die werkt bij dat bedrijf. We vragen superstagebegeleider Marco van den Bos wat zijn geheim is achter deze succesformule. Elk jaar vinden ongeveer zeventig leerlingen van Rotterdamse scholen een stageplek bij Zegro. Facilitair manager Marco van den Bos begeleidt ze. De niveaus verschillen. Een aantal komt een mbo-stage doen op niveau 3 of 4. Incidenteel is er een hbo\'er. Ook komen er jongeren die via het Albeda Startcollege een entreeopleiding volgen. Zij hebben hun vmbo-diploma niet gehaald, doen bij Zegro praktijkervaring op en kunnen alsnog een diploma halen. \'Die groep biedt de meeste uitdaging\', vertelt Marco. \'Het is mijn passie om de jongeren verder te helpen. Soms begint dat met aanleren van sociale basisvaardigheden en gaan we \"Goedemorgen mevrouw, kunt u het vinden?\" oefenen. Schrik niet, het is voor een aantal al een behoorlijke barrière om vriendelijk op klanten af te stappen.\' Wolvenbloed \'Welke selectiemethode ik hanteer? Die heb ik niet. Ik screen niet, iedereen komt bij Zegro in aanmerking. Moet ik dan alleen de beste leerlingen aannemen? En die anderen dan, moeten we die dan maar negeren? We zijn Rotterdammers, lopen niet weg voor problemen maar lossen ze op. Ik ga liever de uitdaging aan. Hier ben je een Zegro, maakt niet uit waar je vandaan komt. Veel van de binken die hier stage komen lopen, zijn behoorlijk streetwise. Dat is op zich goed, als je die wijsheid maar op de juiste manier gebruikt. Je mag best wat wolvenbloed hebben. Makke schapen zijn er al genoeg in dit land.\' Oprecht Oprecht is het sleutelwoord in Marco\'s succesformule. Al wil hij liever niet van een formule spreken. \'Iedereen verdient bij ons gewoon een kans. Zit je in een rolstoel en wil je winkelmanager worden? Stotter je, maar wil je toch in de bediening werken? Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten en talenten, alleen weten ze dat soms nog niet.\' Ook de achtergrond van iedere stagiair vindt Marco belangrijk. \'Ik heb oprechte interesse in iemands privéomstandig­heden. Is iemands vader ernstig ziek? Da­n vraag ik daarnaar. Komt iemand de eerste week steeds te laat, dan stuur ik hem niet weg. Want wat los je daarmee op? Ik praat er over en geef die persoon tijd om zijn gedrag aan te passen. Lukt dat, dan heb je weer een stap vooruit gezet. En inderdaad, soms ben ik meer maatschappelijk werker of psycholoog dan facilitair manager, maar daar geniet ik van. Als het uit je hart komt, is het vrij simpel. Wees oprecht, luister, verbind, geef de stagiairs vertrouwen en biedt rust. Is er een probleem? Pel het af tot de kern en los het op. Echt, dan zie je ze groeien.\' Logistieke proces Zo\'n twaalf jaar geleden startte Marco met de eerste groep stagiairs bij het samenstellen van kerstpakketten. Zij leerden op deze manier op kleinschalig niveau het logistieke proces van de Zegro kennen: order picking, assembleren, controleren, inpakken en een pakket gereed maken voor verzending. Dat iedere stagiair eerst kennis maakt met de werkvloer, is nog steeds een belangrijk uitgangspunt. \'Zo ziet de leerling alle onderdelen van het logistieke proces, zodat theorie en praktijk bij elkaar aansluiten. We richten ons verder op de opdracht die ze van school hebben gekregen. De een doet een stage van drie maanden, een ander blijft een half jaar. Hoe dan ook, we vatten de koe meteen bij de horens. We gaan niks vooruitschuiven en plannen eerst de dingen die voor de stageopdracht nodig zijn. Is dat klaar dan kun je later lekker \"uitfietsen\". De stagiair wordt gekoppeld aan een \"leermeester\" op de werkvloer, die bekijkt welke talenten en interesses de leerling heeft.\' Met zeventig stagiairs per jaar zit Zegro aan de max. \'Mijn wekker gaat om 4.25 uur. Da\'s vroeg, maar ik word blij wakker want ik mag, en kan, weer aan de slag. En ik doe het liefst tien dingen tegelijk. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Maar we moeten natuurlijk wel kwaliteit kunnen blijven bieden.\'

Lees verder