Sluit menu

Nieuws

Poldermodel: Shield Group

Wie over de Matlingeweg op Noord-West rijdt, kan het bijna niet ontgaan: de karakteristiek gebogen metalen gevel van het Shield Group gebouw. Operationeel directeur Frank-Maarten Gribnau is al meer dan tien jaar verknocht aan het bedrijf, dat van asbestinventarisaties uitgroeide tot een volwassen, breed en toonaangevend adviesbureau in Europa. Bedrijf: Shield Group Adres: Hongkongstraat 5 Werkzaamheden: Testen, inspectie en consultancy gecombineerd met educatie en data services op het gebied van gevaarlijke stoffen, gevaarlijke microbiologie, gevaarlijke werksituaties en brandveiligheid. Medewerkers: 880 wereldwijd, van wie 180 in Rotterdam Website: www.shield-group.nl Wat zien jullie als je missie? Wij zorgen voor een veilige werk- en leefomgeving. Onze slogan is Keeping the future in shape. Dat doen we door onderzoek en analyses op het gebied van gevaarlijke stoffen, maar steeds vaker doen we dit uitgebreid: met een gedegen advies voor de langere termijn waarbij meer dan één risicogebied word afgedekt. Daarnaast bieden we opleidingen om klanten te helpen hun risicobewustzijn te verhogen en meer inzicht te geven in nodige of overbodige maatregelen. Ook leveren we dataservices: op die manier heb je je objectrisico’s digitaal in kaart en kun je ze periodiek en moeiteloos aanpassen aan de actualiteit. Over welke gevaarlijke stoffen hebben we het eigenlijk? Asbest, legionella, schimmels en gevaarlijke gassen. Eigenlijk nog breder: alles waardoor je werk- of leefomgeving onveilig kan zijn. Hoe is het eigenlijk allemaal begonnen? Mijn broer Joris richtte in 1998 samen met een vriend het asbestinventarisatiebureau Oesterbaai op. In 2003 fuseerde dit bedrijf met het laboratorium voor legionella- en luchtonderzoek AS Bioconsult en gevaarlijke vezel onderzoeksbureau & laboratorium Fibrecount uit België en werden we de Shield Group. Ikzelf ben in 2003 bij het bedrijf gekomen, dat sindsdien enorm gegroeid is, in eerste instantie autonoom en vanaf 2011 door overnames. Hoe groot zijn jullie nu dan? Inmiddels werken we met 880 mensen in Nederland, België, Frankrijk, Spanje, Noorwegen, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Ik vind het mooi om te zien dat we daarbij niet alleen geografisch gegroeid zijn: in sommige landen hebben we bijzondere expertises, waar collega’s in andere landen van kunnen leren. En de mensen zelf zijn meegegroeid met ons bedrijf: we zijn een klantgedreven, inventief, toekomstgericht en solide bedrijvengroep. Dat past heel goed bij Rotterdam, en het grappige is dat we eigenlijk in bijna alle landen waar we actief zijn, in de havenstad zitten. Dat kan geen toeval zijn. Ik denk dat je een bepaalde mentaliteit zoekt, en dat het daardoor sneller klikt. En de toekomst, blijven jullie groeien? Ja, maar niet zo snel meer als in de afgelopen tien jaar. Ambitieus zijn we uiteraard wel: op ons verlanglijstje staan landelijke dekking in Frankrijk en Duitsland en het over de grens brengen van vormen van dienst-verlening die binnen de groep aanwezig zijn. Wordt Rotterdam Noord-West al te klein voor jullie? Nee hoor. Sowieso hebben we dit pand in eigendom en helemaal naar onze eigen wensen ingericht. Verder zijn we goed ingeburgerd: we hebben tankpassen van de benzinepomp hier vlakbij en Eetcafé Noord-West komt hier elke werkdag broodjes brengen. En de nabijheid van uitvalswegen naar Den Haag, Amsterdam, Utrecht en het Zuiden en natuurlijk Rotterdam Airport vind ik ook heel prettig. Wij blijven hier met veel plezier!

Lees verder

Samenwerking verlaagt criminaliteitcijfers

Ook in de Spaanse Polder en op de aangrenzende bedrijventerreinen gebeuren zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. Door allerlei bezuinigingen moet de politie roeien met de riemen die ze heeft. Ook ondernemers ontbreekt het soms aan middelen voor een afdoende beveiligingssysteem. Maar wanneer verschillende partijen de handen ineenslaan, blijkt er veel mogelijk. Wijkagent Leen Dekker vertelt… Brandstofdief ingerekend ‘Bij bedrijfsbezoeken die ik zo nu en dan afleg, hoorde ik ondernemers regelmatig klagen over brandstofdiefstal. Maar aangiftes daarover zag ik nooit. Veel te veel moeite, was dikwijls het excuus van de ondernemers. Maar ja, geen aangifte, geen zaak. Vaak moet ik dan uitleggen dat je voor het doen van aangifte de deur niet uit hoeft. Je kunt het zo via www.politie.nl regelen. Al snel daarna rolden de aangiftes binnen en konden we, samen met een gedupeerde ondernemer, actie ondernemen. De ondernemer hing een camera op, bekeek de beelden en ontwaarde een patroon in de diefstallen. Vervolgens was het een kwestie van afwachten en inrekenen. De dader bleek twintig jerrycans in zijn kleine bestelauto te hebben staan en bekende de diefstallen. Het aantal brandstofdiefstallen in het gebied is inmiddels met 85% gedaald.’ Straatraces in de kiem gesmoord ‘Het was ons al vaker opgevallen dat er zich onder het A20-viaduct aan de Giessenweg ’s avonds zo’n tien jong volwassenen ophielden. Niets aan de hand, alleen als het er veertig worden en er steeds meer ‘sportieve’ auto’s bijkomen, ga je natuurlijk extra opletten. Op een avond kregen we een melding dat er ‘een paar imbecielen door de Spaanse Polder scheurden’ en konden we aan bandensporen zien dat er geracet werd. We hebben besloten dit ongewenste gedrag in de kiem te smoren. De algemene plaatselijke verordening (APV) bevat een artikel waarin staat dat samenscholing verboden mag worden als er wanordelijkheden dreigen. De sanctie op het overtreden van de verordening is zo’n 250 euro per persoon. We hebben de Giessenweg vervolgens gedeeltelijk afgesloten en de APV en de sanctie op mobiele matrixborden gezet. Daarnaast zetten we een videowagen in die alle kentekens registreerde van bestuurders die zich tevergeefs voor een race-avontuurtje kwamen melden. Dit hebben we in samenwerking met de verkeerspolitie en de gemeentewerf vier weken volgehouden. Sindsdien is het er rustig.’ Succesvolle kentekenplaten-vastschroefacties ‘Kentekenplaten zitten niet meer, zoals voorheen, aan de carrosserie van de auto vastgeschroefd. Veel platen kunnen gemakkelijk in en uit een kunststof houdertje worden geklikt. Ideaal voor kentekenplatendieven, die zo lekker snel kunnen ‘werken’. Een groot aantal nietsvermoedende bezoekers van de industrieterreinen hebben dat al aan den lijve ondervonden. Daarom hebben we nu, samen met ondernemers, zoals RMC en de autobedrijven A-parts, Lagendijk en Blok, drie succesvolle kentekenplatenvastschroefacties gehouden. Bij tankstations of op parkeerplaatsen boden we aan om de kentekenplaten vast te schroeven met een popnagel (officieel een blindklinknagel). Deze nagel werkt als een holle wandplug en is dus veel moeilijker los te krijgen. De nagels worden netjes afgewerkt met een geel dopje. Ook een voorbeeld van een succesvolle gezamenlijke actie die ons veel positieve reacties opleverde. Bijkomend voordeel: je hoort nog eens wat.’

Lees verder

Samenwerken en netwerken

Crisis verandert perspectief gemeente Hoewel de geruchten over het einde van de crisis sterker worden, zullen de effecten ervan nog wel een tijdje voelbaar blijven. De kaarten zijn inmiddels anders geschud en taken en verantwoordelijkheden zijn onomkeerbaar verschoven. Zowel ondernemers als overheden vragen zich af wat hen nu te doen staat. De stad Rotterdam beschikte voor de crisis over veel geld. Geld dat verdiend werd met uitgeven van grond en investeren in vastgoed. Met deze financiële middelen konden andere projecten, zoals het bouwen van parkeergarages, de aanleg van tunnels en bruggen en het herontwikkelen van in verval geraakte stadsdelen min of meer afgedwongen worden. Die tijd is voorbij. De grond is op en de reserves zijn verdampt. De machtspositie van toen bestaat niet meer, maar wat is er dan wel? Los van de wettelijke taken, waar zit de meerwaarde die het bestaan (en de kosten) van een ambtelijk apparaat rechtvaardigen? Netwerken De meerwaarde van een gemeente nieuwe stijl is gelegen in haar unieke positie. Het is de plek waar alle beleidsvelden samenkomen. De gemeente bezit dan ook als geen ander de mogelijkheid om een verbindende schakel te zijn in een groot en heel verscheiden netwerk. Dat is haar nieuwe inzet voor de samenleving. Dit lijkt geen grote omwenteling, maar dat is het wel. De gemeente beseft dat bescheidenheid de nieuwe norm is, dat zij meer naar buiten zal moeten treden en positieve energie aan haar netwerk moet toevoegen. Parkmanagement Samenwerken en zoeken naar nieuwe oplossingen is de nieuwe standaard, waarbij iedere partij vooral moet doen waar hij of zij goed in is. De gemeente zorgt voor de regie, het bredere perspectief en het beheersbaar houden van de regels. Marktpartijen zorgen voor het economisch haalbaar maken van de plannen. Een goed voorbeeld is de Belangenvereniging Spaanse Polder die het parkmanagement naar zich toe trekt. Er zijn gesprekken gaande over hoe bestaande gemeentelijke onderhoudsbudgetten anders ingezet kunnen worden.

Lees verder

Perspectief voor parkmanagement in de Spaanse Polder

De overheid trekt zich meer en meer terug. Dat vraagt om een duidelijke visie van ondernemers op parkmanagement. Op donderdag 13 maart jongstleden troffen de directeuren van de Top 20 bedrijven in de Spaanse Polder elkaar om hierover van gedachten te wisselen. ‘Waar staan we in de Spaanse Polder als het gaat om samenwerking tussen de bedrijven? Wat kunnen we met parkmanagement? En wie gaat dat betalen?,’ trapt Frank Kapsenberg voorzitter van de BVSP de bijeenkomst af. Wim van Sluis, oud-wethouder Haven, Economie en Milieu en Werkgelegenheid (Leefbaar Rotterdam, 2002 – 2006) die ooit het startsein gaf voor de revitalisering van de Spaanse polder: ‘We hebben te maken met een overheid die zich steeds meer terugtrekt. U kunt als ondernemer voorkomen dat het gebied weer afglijdt. Voorwaarde is dat je het samen moet willen, dat je er tijd en aandacht aan geeft, ook op de lange duur. En dat je ook bereid bent financieel bij te dragen.’ Dittie Blom van de dienst Stadsontwikkeling verduidelijkt dat de overheid zich steeds meer zal beperken tot haar kerntaak: de zorg voor de openbare veiligheid en de openbare ruimte. ‘We moeten het met minder mensen en minder budget stellen. Vraaggericht werken is bij ons het sleutelwoord. Uw initiatief wordt dus steeds belangrijker.’ Marlies Mulder, directeur van De Zakenpartner (een bedrijf dat ondernemersinitiatieven ondersteunt): ‘De vraag is: wat wil je dat het oplevert? Denk aan voorzieningen waar je gezamenlijk van profiteert zoals veiligheid, onderhoud, afvalinzameling, bereikbaarheid.’ Piet Bakker, directeur van Ecoplanet (een organisatie die vormen van parkmanagement faciliteert) is positief over een gezamenlijke aanpak: ‘Dat het wat oplevert is evident: er zijn voorbeelden van gezamenlijk afval inzamelen waarbij de deelnemende bedrijven vijftien tot zestig procent kosten besparen.’ BIZ De BVSP staat positief tegenover de invoering van BIZ (bedrijveninvesteringszone) als vorm van parkmanagement en onderzoekt momenteel de mogelijkheden hiervoor. Niek Ooijevaar van het Havenbedrijf Rotterdam: ‘Binnen een BIZ investeren alle ondernemers gezamenlijk in de kwaliteit van hun bedrijfsomgeving. Bij voldoende draagvlak betalen alle bedrijven verplicht mee. De ondernemers bepalen zelf waarin ze extra willen investeren. Het gaat om maatregelen aanvullend op de basistaken van de gemeente. De BIZ-bijdrage is afhankelijk van de WOZ-waarde. De gemeente heft en int de bijdrage via de OZB-aanslag en hevelt het volledige bedrag vervolgens als een subsidie over naar de BIZ-­organisatie.’ Het belangrijkste voordeel van BIZ is dat het zogenaamde freeriders voorkomt, een risico dat wel kleeft aan enkel OZB-verlaging. Fundament Om draagvlak te creëren voor parkmanagement in de vorm van BIZ, start de BVSP een pre-BIZ-traject, vooruitlopend op de nieuwe BIZ-wetgeving die naar verwachting in 2015 van kracht wordt. In eerste instantie zal de BVSP dit traject oppakken met de Top 20 bedrijven om een stevig fundament te ontwikkelen. De gemeente is voorstander van een vorm van parkmanagement in de Spaanse Polder en stelt een bedrag beschikbaar om dit verder te ontwikkelen. Het visiedocument ‘Parkmanagement 2.0 in de Spaanse Polder’ is op te vragen bij het secretariaat belangenvereniging Spaanse Polder via 010 - 262 29 89 / 010 - 462 04 01 of info@bvspaansepolder.nl

Lees verder

SEW-EURODRIVE: Alles draait om beweging

Kermisattracties, transportbanden, machines en havenkranen. Oftewel ‘alles wat beweegt en waar geen rook uitkomt’. Dat is in het kort de markt waarop SEW-EURODRIVE onbetwist marktleider is. De wereldspeler op het gebied van aandrijftechniek heeft vijftien fabrieken en 75 montagehallen, verspreid over 47 landen. Sinds 2000 behoort ook het ‘oude’ Vector aan de Industrieweg volledig tot dit mondiale netwerk. De laatste jaren is flink geïnvesteerd in de locatie. Met trots geven Jaap Moree, manager Finance & Control, en Louis Duijser, Training & Communicatie, een rondleiding door het pand. Jaarlijks worden in de Spaanse Polder 40.000 à 45.000 aandrijftechnische eindproducten geassembleerd voor de Nederlandse markt, zoals motorreductoren, frequentieregelaars en tandwielkasten. Ze worden toegepast op uiteenlopende plaatsen, van de Fata Morgana in De Efteling tot de conveyorbanden op Schiphol of machines in de levensmiddelenindustrie. ‘We leveren niet alleen kwaliteitsproducten’, vertelt Moree, ‘maar ook innovatieve oplossingen voor de vaak complexe aandrijf- en besturingstechnische vragen van klanten. Daarvoor hebben we de specialistische kennis in huis.’ Perspectief Enkele jaren geleden overwoog SEW-EURODRIVE twee mogelijkheden: verhuizen uit de Spaanse Polder en nieuwbouw plegen of de bestaande locatie opknappen. Uiteindelijk zag het bedrijf in de laatste optie het meeste perspectief. ‘Pluspunten van de Spaanse Polder zijn de goede bereikbaarheid en de nabijheid van het centrum’, legt Jaap Moree uit. ‘Bovendien komen onze medewerkers uit de buurt en zitten we hier qua oppervlakte ruim in ons jasje. Daarom hebben we besloten flink te investeren in het opknappen en moderniseren van onze Rotterdamse vestiging. Daarnaast hebben we drie verkoop- en servicesteunpunten in Zutphen, Purmerend en Grubbenvorst. Ook in die regio’s bedienen we de klanten dus dichtbij huis. In totaal werken er 140 medewerkers bij ons bedrijf.’ Lean en strak Paradepaardje van de renovatie is de nieuwe assemblagehal. In april 2012 verhuisde in één weekend tijd het hele productieproces van de achterste hal naar de voorste. De hal is lean en strak ingericht met montage-eilanden en geavanceerde aandrijftechnische installaties. ‘De laatste tien jaar zijn we steeds efficiënter gaan werken,’ vertelt Moree. ‘We streven naar een minimale verspilling van tijd en materiaal. Zo is ons productieoppervlak nu 3.500 m2, dat is slechts veertig procent van het oude oppervlak, maar toch is onze productie gestegen en onze levertijd sneller.’ ‘We showen onze locatie graag aan de buitenwereld’, voegt Louis Duijser toe, die de pr onder zijn hoede heeft. ‘Daarom organiseren we vaak kosteloos lean seminars, waarin we onze aanpak presenteren en geven we rondleidingen. Dat doen we niet alleen voor klanten, maar ook voor andere organisaties, zoals banken en ziekenhuizen. Daarnaast nodigen we regelmatig studenten van technische en bedrijfskundige opleidingen uit. Onze kennis en expertise delen we graag met anderen, bijvoorbeeld via onze gratis workshop “Aandrijfspecialist in één dag”.’ Metamorfose Niet alleen de montagehal is nieuw. Ook de kantoren, vergaderkamers en het restaurant ondergingen een metamorfose. ‘Leuk was dat medewerkers konden meedenken over de nieuwe werkomgeving’, vertelt Duijser. ‘Alles is ergonomisch verantwoord en uitgerust met de nieuwste snufjes. Er is zelfs een fitnessruimte. In ons bedrijf krijgen medewerkers kansen om opleidingen te volgen en zich mentaal te ontwikkelen, maar nu kunnen we ook fysiek in beweging blijven.’ Moree: ‘We hebben onlangs een nieuw tijdsregistratiesysteem ingevoerd om flexibele werktijden mogelijk te maken. Want medewerkers die hun privé- en werktijd goed kunnen combineren, zijn productief en gemotiveerd. Door mee te bewegen met de tijd, creëren we nieuwe perspectieven en win-winsituaties.Alles draait om beweging.’ SEW EURODRIVE ziet de toekomst rooskleurig in. ‘We zijn goed door de crisis gerold en verwachten dit jaar een all time high in onze omzet te realiseren,’ besluit Moree. ‘In de Spaanse Polder zitten we voorlopig goed en we gaan ons hier meer profileren. We worden lid van de Belangenvereniging Spaanse Polder en willen samen met de gemeente en onze medeondernemers in de polder werken aan verbeteringen, zoals een oplossing voor de parkeeroverlast.’ 69 jaar Rotterdamse aandrijftechniek In 1945 starten drie gedreven Rotterdammers met de verkoop van aandrijfcomponenten onder de naam Verwaaijen & Co Aandrijvingstechniek B.V. Later verandert de naam in Vector Aandrijftechniek. Al snel gaat Vector producten leveren van het Duitse SEW-Eurodrive. SEW introduceerde het modulaire systeem van motorreductoren. Met een beperkt aantal onderdelen worden vele duizenden varianten gebouwd waarbij de assemblage voor een deel plaatsvindt in het land van afzet. Vector groeit. In 1963 verhuist het bedrijf naar de Industrieweg 171 en in 1971 naar een nog groter pand aan de Industrieweg 175. Daar rollen de eerste zelf geassembleerde SEW-motorreductoren van de band. Het bedrijf telt in 1987 voor het eerst meer dan honderd medewerkers en behaalt in 1993 als een van de eerste bedrijven het kwaliteitszorgcertificaat ISO 9001. In 1998 verkoopt Vector de miljoenste motorreductor! In het begin van de 21ste eeuw wordt Vector een volledige dochter­onderneming van SEW-EURODRIVE, dat inmiddels wereldwijd meer dan 14.500 medewerkers heeft. In 2011 verandert de naam Vector Aandrijftechniek in SEW-EURODRIVE B.V.

Lees verder

Geef krakers geen kans

‘Kraken is van alle tijden’, zegt Leen Dekker, al ruim vijf jaar wijkagent in de Spaanse Polder. ‘Ze waren er voor mijn tijd en ze zullen er daarna ook zijn.’ Dekker heeft het over de min of meer vaste groep mensen die zich in de polder verschanst in verschillende leegstaande bedrijfspanden. Waarom wilt u ondernemers waarschuwen? ‘Het is een groep die niet kraakt uit idealisme. Deze groep streeft ernaar om zich zoveel mogelijk te onttrekken aan elke vorm van sociale controle. Het gekraakte pand op het bedrijventerrein dient als uitvalsbasis van hun activiteiten.’ Wat voor activiteiten? ‘Doorgaans geen activiteiten waar de maatschappij iets aan heeft. We hebben gekraakte panden aan­getroffen die aan de binnenkant compleet gesloopt waren en ontdaan waren van alle koper, lood en andere waardevolle spullen. Andere panden waren bezaaid met hennepplanten, gestolen spullen en hondenstront. Geen zaken die de herstructurering van de Spaanse Polder goed doen.’ Kan de politie ze er niet uitgooien? ‘Dat ligt gecompliceerd. Allereerst hebben we te weinig mankracht om altijd in de polder aanwezig te zijn. Bovendien was kraken voor oktober 2010 niet strafbaar en zou dat met de nieuwe Kraakwet, die op de genoemde datum inging, anders moeten zijn. Maar deze wet heeft niet het beoogde resultaat. Het Openbaar Ministerie (OM) moet bepalen of we tot actie mogen overgaan. Daarbij kijkt het OM hoe lang het pand al leeg staat, wat de eigenaar ermee van plan is en of het in verhuurbare staat is. Bovendien kijkt het OM of de eigenaar genoeg heeft gedaan om kraken te voorkomen. Doet de eigenaar in de ogen van het OM te weinig moeite, dan kunnen we geen actie ondernemen. De eigenaar kan dan niets anders doen dan via een civiele procedure ontruiming afdwingen. Dit is sowieso een zaak die geld, moeite en energie kost. Zaken die je beter voor ondernemen kunt gebruiken.’ Wat is de oplossing? ‘Geef de krakers geen kans. Wat niet verhuurd wordt, verpaupert. Zorg dat dat niet gebeurt. Heb je een leegstaand pand, biedt dan bijvoorbeeld onderdak aan beginnende ondernemers of kunstenaars. Plaats wat simpele tussenwandjes en verhuur het voor een zacht prijsje. Dan is het bewoond en krijgt de Spaanse Polder de uitstraling die het verdient. Ben je als bedrijf gevestigd naast een leegstand pand, houd dan je ogen extra open. Want ondernemers maken samen de buurt. De uitstraling van het bedrijventerrein gaat alle ondernemers aan.’

Lees verder

Poldermodel: Aldowa plaatwerk

Al heel wat gevels zijn door Aldowa plaatwerk in een metalen jasje gestoken. Het bedrijf houdt de gevelbekleding van ontwerp tot montage in eigen hand. ‘Onze kracht ligt in maatwerk’, zegt eigenaar Allard Droste. ‘Ieder gebouw dat we bekleden, krijgt een eigen karakteristieke uitstraling.’ Bedrijf: Aldowa plaatwerk Adres: Overschieseweg 32 Eigenaar: Allard Droste Werkzaamheden: aluminium gevelbekleding, plaatwerk, zetwerk en walsen Medewerkers: 35 Website: www.aldowa.nl Waar komt de naam Aldowa vandaan? ‘Al’ staat voor  aluminium, ‘do’ en ‘wa’ slaan op de namen van de vroegere eigenaars, die hier veertig jaar geleden met het bedrijf zijn gestart. Ik heb de zaak zeven jaar geleden gekocht samen met Jan Boom, die toen al werknemer van Aldowa was. Wat doen jullie precies? We bekleden gevels met metaalplaatwerk van 2 à 3 mm dikte. Voor ieder gebouw maken we een jasje op maat. Geen standaardproduct maar projectgebonden ontwerpen waarvoor we al in een vroeg stadium met de architect om de tafel gaan zitten. De productie doen we hier in onze eigen werkplaats en de montage ter plekke doen we ook zelf. In dat opzicht is Aldowa  ouderwets. Maar ook betrouwbaar, we bieden onze klanten korte lijnen en snelle doorlooptijden. Heb je iets veranderd aan het bedrijf? Vroeger was er een sterke hiërarchie, nu is iedereen gelijk aan elkaar. Geen aparte afdelingen, geen hoofden. Alles loopt kriskras door elkaar en iedereen denkt mee. We doen het echt samen. Noem eens een project waar je trots op bent? De bekleding van de Markthal Rotterdam aan de Blaak is een spectaculair en spraakmakend project waar we op dit moment aan werken. De boogvormige hal is 40 meter hoog en we bekleden de hel boog aan de binnenkant met 4.000 beprinte platen, die samen een ontwerp vormen van de kunstenaar Arno Coenen. De hal wordt in november 2014 geopend.  Groeit Aldowa zelf niet uit zijn jasje? Sinds zeven jaar groeien we elk jaar met tien procent en ontwikkelen we ons steeds meer van toeleverancier naar partner van de klant. Als die lijn zich voortzet, ligt uitbreiding voor de hand. Ik zal dan eerst de mogelijkheden daarvoor in de Spaanse Polder verkennen. Deze plek bevalt ons goed, zeker nu het terrein stukje bij beetje wordt opgeknapt.

Lees verder

Bereikbaarheid versus veiligheid

Een goede bereikbaarheid is cruciaal voor ondernemers. Klanten moeten per slot van rekening makkelijk bij een bedrijf kunnen komen en ondernemers moeten zelf ook eenvoudig hun goederen of producten kunnen verplaatsen. ‘Helaas ondermijnt deze goede bereikbaarheid de veiligheid van het gebied’, zegt Leen Dekker, wijkagent Spaanse Polder. ‘Ons industrieterrein heeft qua bereikbaarheid kennelijk niet te klagen’, vindt Leen. ‘Weliswaar liggen er in het kader van de revitalisering om de zoveel tijd een paar straten uit, maar daar komen mooie straten voor terug. Rondom de polder helpen de autosnelwegen A20 en A13, en binnenkort de A4, je snel op weg. Daarnaast zijn er nog een aantal goede doorgaande uitvalswegen vanuit Schiedam, Overschie en Spangen. Misschien vindt u het raar, maar ik zie daarin, als politieman, toch evenveel nadelen als voordelen. De Spaanse polder is zo gemakkelijk te bereiken, dat het terrein dus ook heel eenvoudig weer te verlaten is.’ Toezichtmodel ‘Door de veelheid van straten en in- en uitvalsmogelijkheden is het moeilijk een goed toezichtmodel te hanteren’, vindt Leen. Moeten we nu op elke hoek een camera plaatsen of een beveiliger of agent neerzetten? ‘Als dat zou kunnen. Dan zou criminaliteit instorten en zouden er ook slechte economische tijden voor het dievengilde aanbreken.’ Parkeren Dan zit er nog een ander nadeel aan de goede bereikbaarheid van de polder: het maakt parkeren eenvoudig. En ook dat houdt de ondernemers bezig. ‘Het lijkt er op dat ondernemers geen voorstander zijn van betaald parkeren in de Spaanse Polder. Aan de andere kant biedt het ook mogelijkheden. Met name voor ondernemers die voor hun eigen grond betalen. Een hek eromheen en zelf parkeergeld heffen, dát is nog eens ondernemersgeest. En u blijft altijd goed bereikbaar en voor klanten is er altijd plek.’ Vrachtwagens Ondernemers in het Schiedamse gedeelte van de Spaanse Polder en in een gedeelte van de ’s-Gravelandse Polder kijken wellicht anders tegen betaald parkeren aan. Leen: ‘Deze bedrijventerreinen zijn aan een aantal zijden omgeven door betaaldparkeergebieden. Dus zoeken veel mensen mogelijkheden om onbetaald te parkeren, bij ondernemers voor de deur. Op de Schuttevaerweg heeft dat ertoe geleid dat de voor vrachtwagens aangelegde parkeervakken – breder en langer – worden ingenomen door niet betalende personenauto’s uit de omliggende wijken. Deze vrachtwagenparkeerplaatsen worden nu afgeschermd door speciaal geplaatste borden. Nadeel is wel dat de politie en stadstoezicht regelmatig langs moeten komen om bonnen te schrijven.’ Ideale mix Omdat betaald parkeren steeds meer aan terrein wint, zoeken vrachtwagenchauffeurs op hun beurt ook de nog gratis plekken op om te overnachten. ‘Maar de ondernemer zit niet te wachten op een rijtje geparkeerde vrachtwagens voor de ingang van zijn bedrijf’, weet Leen. ‘Een goede oplossing hiervoor weet niemand op dit moment. Misschien moeten alle partners in de polder het eens hebben over de gewenste modus en op zoek gaan naar de ideale mix van bereikbaarheid, parkeergelegenheid en een integraal veiligheidsbeleid.’

Lees verder

Blijft de Polder bereikbaar?

De goede bereikbaarheid van Spaanse Polder, ’s Gravelandse Polder en NoordWest is een groot pluspunt van deze industrieterreinen en een belangrijk argument voor bedrijven om zich hier te vestigen. Maar hoe ontwikkelt die bereikbaarheid zich de komende jaren? Rotterdam staat met maar liefst vier files in de nationale filetopvijf, met de A20 tussen Crooswijk en Terbregseplein met stip op één. Slibt de ruit van Rotterdam langzaam dicht? Wat doen overheden daaraan? En wat kunnen ondernemers zelf doen? ‘Er ligt genoeg infrastructuur om Rotterdam heen, het probleem is alleen dat mensen daar te vaak tegelijk gebruik van willen maken’, zegt Hans Stevens, programmamanager bij de Verkeers­onderneming. ‘Er is dus een gedragsverandering nodig.’ De Verkeers­onderneming is opgericht in 2008 als een initiatief van het Havenbedrijf, de stadsregio, de gemeente Rotterdam en het ministerie van Infrastructuur en Milieu/Rijkswaterstaat. Aangezien de Rotterdamse haven de motor van de economie in de regio en Nederland is, wilden alle partijen er met de oprichting van De Verkeers­onderneming voor zorgen dat het verkeer in en om Rotterdam blijft doorstromen. Dichtslibben De Verkeersonderneming voert een tweeledig programma uit, gericht op het oplossen van infrastruc­turele knelpunten en het aanbieden van reisalter­natieven. ‘Als we niets doen slibben de wegen rondom Rotterdam, zoals de A20, langzaam dicht’, waarschuwt Hans. ‘Zeker als het doortrekken van de A4 voltooid is en als het op de Tweede Maasvlakte gaat draaien. We hebben uitgerekend dat we ongeveer 16.000 auto’s uit de spits moeten halen op de wegen rondom Rotterdam, wil het verkeer soepel doorstromen. We bedenken alternatieven om dit aantal ‘spitsmijdingen’ te halen.’ Gedragsverandering Aan wat voor soort alternatieven moeten we denken? Hans: ‘De mogelijkheden zijn divers. Soms zijn het werkgevers die kunnen bijdragen door flexibele werktijden of thuiswerken toe te staan. Andere keren zijn het werknemers die we ondersteunen bij de aanschaf van e-bikes of e-scooters. Binnenkort komen er veel meer nieuwe mobiliteitsdiensten naar Rotterdam. Alles bij elkaar willen we een Marktplaats voor Mobiliteit creëren waar reizigers zelf een keuze maken uit diverse handige reisalternatieven. Daarnaast is er het project Spitsmijden010 waarbij werknemers een beloning van vier euro krijgen voor elke keer dat zij de spits weten te mijden.’ Medewerkers van bedrijven blijken vaak huiverig te zijn om hun baas te vragen of ze voor of na de spits mogen reizen, weet Hans uit ervaring. ‘Uit onze actie blijkt dat de medewerker het overleg wél aandurft met een beloning in het vooruitzicht. Conclusie: een kleine beloning zet aan tot gedragsverandering, tot het organiseren van een regeling. Onze Spitsmijdenproef bewijst dat ook managers op dit gebied welwillender zijn dan vooraf gedacht.’ E-bike De Verkeersonderneming presenteert ook een actie voor werknemers die twee dagen per week uit de spits blijven. ‘We kunnen hen de helft korting geven op de aanschaf van een e-bike, een elektrische fiets tot een maximum van 550 euro . Ik gebruik zo’n bike regelmatig zelf om van Spijkenisse naar het centrum van Rotterdam te komen. Een afstand van 25km, maar voor de e-bike geen probleem. En de Erasmusbrug over is een eitje. We gebruiken onze e-bikes ook veel voor afspraken in de stad. Het gaat sneller dan met de auto en je hebt geen parkeerkosten.’ Extra kansen Er zijn mogelijkheden genoeg om de filedruk te verminderen, maar die mogelijkheden moeten we wel benutten, vindt Hans. ‘De rol van de overheid verandert van een partij die bepaalt naar een partij die samenwerkt met werkgevers, werknemers en bewoners. Door met elkaar het gesprek aan te gaan en samen oplossingen te zoeken krijg je niet alleen andere oplossingen, je krijgt ook oplossingen die worden omarmd. Een voorbeeld? De Watertaxi zet medewerkers van IHC en Alphatron over van de ene oever van de Maas naar de andere. De overtocht, parallel aan de Van Brienenoordbrug, duurt twee minuten, terwijl hetzelfde stuk over de weg (A16) vaak twintig minuten kost. Daar willen medewerkers wel gebruik van maken.’ Nieuwe initiatieven Nu het openbaar vervoer in Spaanse Polder niet meer rendabel is, ontstaat ook daar ruimte voor nieuwe initiatieven. ‘We hebben bijvoorbeeld samen met Toogethr de app ‘Samenspitsen’ ontwikkeld waarop je een plek in jouw auto kunt aanbieden, voor iemand die naar dezelfde bestemming moet. Behalve dat dit veel geld in brandstof scheelt, kan de deelnemer ook nog sparen voor leuke beloningen zoals winterbanden.’ Om nog meer van dergelijke goede ideeën naar Rotterdam te krijgen, start in november een aan­besteding. ‘We hopen dat we dan weer vijftien nieuwe mobiliteitsdiensten aan reizigers kunnen aanbieden. Want de automobilist moet natuurlijk wel wat te kiezen hebben, voordat hij tijdens de spits uit de auto blijft. Gelukkig heeft de eerste aanbesteding die we hebben georganiseerd veel goede ideeën opge­leverd. We zijn erg tevreden over de kwaliteit en diversiteit van de alternatieven.’ Kijk op www.verkeersonderneming.nl voor een overzicht. Filetoptien mei tot augustus 2013 (Bron: Rijkswaterstaat). Positie Weg Locatie 1 A20 tussen Crooswijk en Terbregseplein 2 A50 tussen Waalbrug en Ewijk 3 A13 tussen Overschie en Kleinpolderplein 4 A15 tussen Charlois/Rhoon en Vaanplein 5 A16 tussen Prins Alexander en Terbregseplein 6 A10  tussen Coentunnel en Coenplein 7 A20  tussen Cortland-Aquaduct en Nieuwerkerk a/d IJssel 8 A27  tussen Utrecht-Noord en Bilthoven 9 A1  tussen Eembrug en Bunschoten 10 A27  tussen Industrieterrein Avelingen en Merwedebrug

Lees verder

Poldermodel: M.P. Leijdekkers

Micky Leijdekkers behoort tot de zevende generatie van een geslacht van kermisexploitanten, variété- en circusartiesten. ‘Mijn dochters vormen de achtste generatie. Ik ben er trots op dat we het als familie nog steeds volhouden.’ Bedrijf: M.P. Leijdekkers Adres: Linschotenstraat 79 Eigenaar: Micky Leijdekkers Werkzaamheden: Exploitatie van kermisattracties Medewerkers: Drie vaste krachten, in drukke tijden aangevuld met soms wel tien medewerkers Website: geen Bijzonderheid: Vermelding in het Guinness Book of Records: grootste suikerspin ter wereld Blij in de Spaanse Polder? Ja, de familie woont hier al 28 jaar bij elkaar. Mijn broer drijft brasserie ‘Het Zonnetje’ aan de Zevenhuizenplas en verzorgt catering. Mijn neef heeft snackwagens en oliebollenkramen, Ik houd me bezig met draaimolens en suikerspinkramen; de rode draad. We zijn eigenlijk de suikerspinfamilie van Nederland. Maar ieder heeft zijn eigen tak uitgebouwd en ontwikkeld. Hoe ziet het leven van een kermisexploitant eruit? Afwisselend, soms zwaar. We zijn zo’n tweehonderd dagen in touw op kermissen in binnen- en buitenland. Hartstikke leuk. Je ziet vaak dezelfde collega’s en natuurlijk heel veel verschillende kermisbezoekers. Onze familie kom je overigens ook tegen op evenementen als Lowlands of Parkpop. Zo’n drie maanden per jaar bakken we oliebollen. In de resterende dagen knappen we de attracties en kramen op en maken we ze schoon. Dagen van veertien of vijftien uur zijn eerder regel dan uitzondering. Als we on tour zijn, gaan de kinderen naar een rijdende school. Het is een apart wereldje. Als je er als buitenstaander in wilt stappen, krijg je het moeilijk. Je moet het klappen van de zweep kennen. Hoe werkt dat op een kermis? Je schrijft in op een plek. Bied je het hoogste bedrag, dan mag je er staan. De prijs van de pacht bepaalt de prijs van de suikerspin, je moet je pachtprijs natuurlijk wel terugverdienen. In Best heb ik de beste ervaringen, daar is de gemeente erg meedenkend. De kermis is daar hoe het bedoeld is: laagdrempelig en betaalbaar voor iedereen. Ondernemen is je met de paplepel ingegoten? Dat kun je wel zeggen. Ik stond met zestien jaar al op eigen benen. Ik probeer regelmatig nieuwe attracties uit als ik denk dat daar brood in zit. Ik heb grijpkranen gehad, een bingokraam en een Astroliner, dat was een soort ruimteraket waarin je film vertoont. Dan heb ik ook nog een kinderzweefmolen en een draaimolen met vliegtuigjes die al veertig jaar in de familie is. Die ga ik opknappen, dat is het volgende project. Hoe ga je de crisis te lijf? Gewoon, een stapje extra zetten. Ik word wel moe van de alsmaar toenemende regelgeving. Omdat we door heel Europa reizen, weet ik dat Nederland het pietluttigste land is. In de aggregaten moet nu bijvoorbeeld witte diesel in plaats van de gebruikelijke rode. Dat levert de regering meer accijnzen op, maar kost mij 10.000 euro extra per jaar. Als je een grote attractie hebt, komen er vier keuringsinstituten over de vloer. Ze keuren zelfs de hoogte van het stoepje voor de kassa. Van die dingen. Die zaken belemmeren het ondernemen. Hoe zie je de toekomst? Geen idee, niemand heeft een glazen bol. In die tak van sport zitten we nou net niet…

Lees verder